1 Missie
De Academie Haspengouw Beeld wil creatievelingen van alle achtergronden en leeftijden (+6 jaar) samenbrengen om kwaliteitsvol artistiek onderwijs aan te bieden in een aangename, veilige en zorgzame context.
2 Organisatie
De Academie Haspengouw Beeld is een onderwijsinstelling voor deeltijds kunstonderwijs. Ze wordt door de Vlaamse overheid gesubsidieerd. Er worden lessenreeksen per schooljaar aangeboden voor leeftijdsgroepen vanaf 6 jaar tot en met volwassenen. Het gemeentebestuur van Sint-Truiden (inrichtende macht) treedt op als bestuur. De Academie Haspengouw Beeld spreidt zich over 9 gemeenten met 20 vestigingsplaatsen. De hoofdvestiging bevindt zich in hartje Sint-Truiden. In de intergemeentelijke samenwerking van 1 september 2001 werden de taken en verantwoordelijkheden en financiële afwikkeling voor de desbetreffende gemeenten vastgelegd. Na iedere legislatuur wordt dit document herzien.
3 Visie
A onze identiteit
1. De academie
Wij streven als team naar een maximale creatieve en artistieke ontplooiing en een kritische persoonlijkheidsontwikkeling bij onze leerlingen. We dagen de leerling voortdurend uit om de eigen grenzen op te zoeken om ze te verleggen. Hierbij worden eigen conceptuele vormtaal, technisch inzicht en beter vakmanschap ontwikkeld waarmee de student zich kan uiten en een honger krijgt naar meer.
2. Directie en secretariaat
De directie en secretariaatsmedewerkers hebben een grondige kennis van en inzicht in het dko-gebeuren en dragen de vertrouwensband met zowel de leerlingen als de leerkrachten hoog in het vaandel. Er is een adequate communicatie en een respectvol handelen. We hanteren een open deuren beleid, je kan altijd bij de directie of in het secretariaat terecht, fysiek, telefonisch of digitaal.
Het secretariaat zorgt bijkomend voor structurele ondersteuning in de dagelijkse werking. Denk maar aan de aankoop van materialen, uitrusting van de ateliers, toezicht, logistieke medewerking bij initiatieven enz.
Het beleidsteam is ook verantwoordelijk voor een streven naar een constante kwaliteitsverbetering en -bewaking. Het gaat niet enkel over materiaal en materieel, maar bv. ook over het organiseren van initiatieven, het bewaken van de leskwaliteit, de transparante evaluatiemomenten en het verder uitbouwen van kunstonderwijs in de toekomst.
3. Leerkrachtenteam
De leerkrachten engageren zich om te handelen in een sfeer van onderling vertrouwen, samenwerking en uitwisseling van expertise. Ze zijn zelfkritisch en zelf reflecterend. Ze stellen zich aanspreekbaar op voor leerlingen en ouders en communiceren transparant over de lesaanpak en de leerdoelen.
De leerkrachten houden rekening met de beginsituatie en de leervraag van de leerlingen omdat iedere leerling uniek is en een persoonlijk leertraject aflegt. De leerkracht heeft respect voor de artistieke pedagogische visie van de academie en het leerplan. Hij houdt deze in het achterhoofd bij het bepalen van het lesprogramma. Binnen deze visie heeft elke leerkracht een grote vrijheid om de lessen in te richten naar de eigen beeldende en didactische voorkeuren.
Om bij te blijven met de laatste ontwikkelingen in technieken en materiaalkennis scholen de leerkrachten zich voortdurend bij op verschillende gebieden en over de ateliers heen. Kunstenaarschap wordt aangemoedigd om de vinger aan de pols te houden in de huidige kunstscene.
4. Leerlingen
Wij respecteren ieders voorkeuren, achtergronden, talenten en beperkingen en economisch culturele en sociale achtergrond. We vertrekken steeds vanuit de leerling om voor hem het beste traject uit te stippelen. Iedereen ontwikkelt zijn eigen groeitempo waarbij alle facetten van de kunstbeleving en het leerplan doorheen het traject worden aangeraakt. Het traject is aangepast aan het niveau, het kunnen en de ambitie van de leerling.
5. Welbevinden op de academie
De academie biedt haar leerlingen en studenten een inspirerende en toegankelijke leeromgeving aan, die hun kunstbeoefening zal stimuleren. De leerlingen vinden er een creatieve werkplek waar gedreven leerkrachten hen, op een ongedwongen manier, begeleiden en ondersteunen in het creatief proces. In de academie vinden we het welbevinden van de leerlingen tijdens het creëren belangrijk. Het is tevens een ontmoetingsplaats waar de interactie met medeleerlingen bijdraagt tot een beter psychisch welzijn.
Het deeltijds kunstonderwijs kan voor leerlingen verschillende functies inhouden. Zo kan het voor jongeren als voorbereiding naar hogere studies dienen. Voor de leerlingen uit de 1e, 2e en 3e graad verstrekt de academie een goede aanvulling op de dagschool. Voor studenten van de 4e graad en de specialisatie kan het een voorbereiding zijn op kunstenaarscarrière. Andere leerlingen zijn dan meer op zoek naar een constructieve hobby. Voor hen is het sociale aspect van de academie een must.
B Onze visie
In de academie primeert de leerervaring tijdens het proces op het behalen van een eventueel eindresultaat. We leggen de focus daarom voornamelijk op het vooronderzoek, het experiment, het uitdiepen en aftasten van mogelijkheden die voorafgaan aan de uitwerking. Door de aandacht van het beoogde eindresultaat weg te halen ontstaan er minder remmingen bij het uitdiepen en voorbereiden van het werkproces en krijgt het stochastisch proces vrije baan. Het aanleren van vaardigheden en technieken is onlosmakelijk verbonden met experimenteren en onderzoeken. De leerlingen verwerven ook competenties die in het dagelijks leven inzetbaar zijn.
Als academie stellen we 7 kernwaarden voorop (items op de lijst hieronder zijn in een willekeurige volgorde opgesomd):
- Respect; voor elkaar en elkaars werk, voor het materiaal
- Maatwerk; iedereen kan op zijn eigen tempo bijleren, met of zonder voorkennis
- Onderzoek; verschillende opties verkennen en breed kijken alvorens uit te werken
- Familiegevoel; we zijn er voor elkaar, zorgen voor elkaar, iedereen kan zichzelf zijn in een ongedwongen informele sfeer
- Vakbekwame leerkrachten; kennisdeling in het leerkachtenteam, navormingen, vakkennis kunnen overdragen naar de leerlingen.
- Verruimende artistieke ontwikkeling; vakoverschrijdend
- Transparantie en openheid; in beleid, in communicatie, in lessen en in evaluatie
4 Strategie
A Leerplan en intentieplan
Wij gebruiken vanaf schooljaar 2021-2022 het officieel goedgekeurde leerplan Kunstig Competent met 5 ontwikkelingsgebieden en bijhorend 17 artistieke competenties.
Omdat het om vakoverschrijdende onderwijsdoelen per graad gaat, dwingt het academies ertoe de horizontale samenhang van hun opleidingen te garanderen. Op lange termijn moet deze benadering zelfstandige en individueel gedreven amateur kunstenaars afleveren.
We werken met intentieplannen die 3x per schooljaar worden opgemaakt voor de daaropvolgende maanden. Hierdoor komt er ruimte om in te spelen op actualiteit èn om te bekijken of alle ontwikkelingsvelden voldoende worden aangeraakt.
B Aanpak
We starten met het ontdekken en doorgronden van de sterktes en beperkingen van de leerlingen. Door gesprekken met de leerkracht, medeleerlingen en derden ontdekken leerlingen een breder spectrum binnen hun eigen mogelijkheden. Buiten deze gesprekken is er de mogelijkheid tot zelfstudie, aanbod van lezingen, gastdocenten, uitstappen en culturele bezoeken enz. We willen de interesses van de leerlingen verder aanscherpen door middel van veel diverse en artistieke disciplines aan te bieden en te verkennen. De opdrachten zijn zowel gericht op het product als het artistieke proces.
Door zich bewust te worden van de hedendaagse kunstwereld en door de kennismaking met het experiment en onderzoek, zullen zij meer vertrouwen en nieuwsgierigheid ontwikkelen om dit zelf aan te durven.
Iedereen (leerlingen van de academie en van buitenaf) kan een aanvraag (portfolio en motivatie) indienen voor de specialisatiegraad. Een jury van leerkrachten vierde graad en directie beslist welke kandidaten toegelaten worden.
C Evaluatie
Voor de evaluatie baseren we ons op de 5 ontwikkelingsvelden en hun bijhorende competenties. Aan de hand van de 4 ontwikkelingsniveaus creëren we een leerling specifiek profiel dat wordt aangevuld met geschreven feedback. Deze ontwikkelingsniveaus starten vanaf een basisniveau dat zich verder uitbreidt. De evaluatie heeft als primair doel: het aantonen van behaalde competenties, doelen en vorderingen die de leerling in het ontwikkelingsproces als/naar kunstenaar maakt. Daarnaast geeft deze ook een richting aan waarin de leerling zich verder kan ontwikkelen. De competenties die niet onmiddellijk behaald werden krijgen meer aandacht en bijsturing in het resterende traject. De evaluatie wordt individueel gevormd en staat niet in vergelijk met anderen. De evaluatie zit in het leerproces ingekapseld en dient als ondersteuning bij de ontwikkeling van zelfkennis bij de leerling.
Tweemaal per jaar is er een vast, schriftelijk, evaluatiemoment. Dit wordt afgewisseld met de tussentijdse mondelinge resultaatbesprekingen. Een eerste evaluatieformulier wordt ingevuld tussen de kerst- en krokusvakantie, een tweede op het einde van het schooljaar. Doorheen het schooljaar hanteren we verschillende vormen van evaluatie: permanente evaluatie door de leerkracht, zelfevaluatie en peer-to-peer evaluatie. De permanente evaluatie door de leerkracht vindt dikwijls mondeling plaats. De leerkracht houdt de inhoud persoonlijk bij om te verwerken in een van de schriftelijke evaluaties.
Graad specifieke aandachtspunten:
1e en 2e graad: de atelierleerkracht is verantwoordelijk voor alle schriftelijke evaluaties binnen zijn atelier(s). Deze evaluatie gaat voort op eerder gegeven feedback en het geleverde werk van de leerling. In klassen waar de eerste en de tweede graad samen zitten is het aan de leerkracht om in de evaluatiepraktijk per leerling de einddoelen en basiscompetenties te hanteren specifiek voor de graad waarin de leerling zit.
3e graad: de atelierleerkracht is verantwoordelijk voor alle schriftelijke evaluaties binnen zijn atelier(s). Deze evaluatie gaat voort op eerder gegeven feedback en het geleverde werk van de leerling. In het laatste jaar van de derde graad wordt de eindevaluatie aangevuld met een juryverslag. Deze jury bestaat uit de vakleerkracht, een of meerdere leerkrachten (domein bak, eigen of andere academie) en de directeur (of afgevaardigde). Dit juryverslag gaat voort op de eerder gegeven feedback van de vakleerkracht, voorgaande evaluaties, het geleverde werk van de leerling en de input van de andere juryleden. Het is terug te vinden als extra item op de evaluatiefiche.
4e graad en specialisatie: De student maakt een zelfevaluatie en vergelijkt deze met de evaluatie van de vakleerkracht tijdens het evaluatiemoment.
Voor de afstuderende studenten in de 4e graad en specialisatie is er in december een tussentijds feedbackmoment waarbij de student zijn werk voorlegt aan alle leerkrachten van de 4e graad. De neerslag van dit moment is terug te vinden als extra item op de eerste evaluatiefiche.
Op het einde van het schooljaar geven de afstuderenden een presentatie van hun eindwerk tegenover de jury. De jury bestaat uit de vakleerkracht, de leraren 4e graad, de directeur en minstens één extern jurylid met expertise binnen het vak in kwestie (kunstenaar/leerkracht/…). De presentatie wordt gevolgd door een gesprek. Hierna trekt de jury zich terug voor een interne nabeschouwing. Deze nabeschouwing wordt later door de vakleerkracht schriftelijke meegedeeld aan de student, samen met de beslissing van de jury: geslaagd of niet geslaagd.
D Didactische hulpmiddelen
In de academie beschikken we over een aantal didactische hulpmiddelen die de leerkracht vrij kan gebruiken. Zo staan de vitrinekasten in de gang ter beschikking van de vierde graad om vaardigheden in verband met expo opbouw te oefenen. Ook de whiteroom is hier een voorbeeld van, in deze experimenteerkamer kunnen expo’s worden opgebouwd, leerlingen hun werk presenteren, lezingen worden gegeven, …
In de leraarskamer is een variëteit aan kunst gerelateerde boeken aanwezig. Leerkrachten kunnen hier vrij gebruik van maken in het kader van hun lessen. Leerlingen hebben geen toegang tot de bibliotheek maar kunnen via hun leerkracht een boek in de academie raadplegen. In de volwassenenateliers is er per atelier een kleine selectie aan vakspecifieke boeken beschikbaar voor de leerlingen.
Smartborden, beamers en grote verplaatsbare tv-schermen kunnen worden ingezet wanneer de leerkracht dat nodig acht.
In de vierde graad worden alle bevindingen, onderzoeken en experimenten in een logboek verzameld. Dit wordt in het artistieke onderwijstraject gezien als een interessant hulpmiddel dat de ontplooiing binnen het leerproces in beeld brengt.
E Digitale tijdperk
In dit digitale tijdperk is het belangrijk om als Academie de nodige tools aan te reiken om de leerlingen ook op afstand te kunnen bereiken. We gebruiken hiervoor het O365 platform van Microsoft. Iedere leerling krijgt een account met toegang tot zijn klas, een eigen emailadres en online toegang tot word/excel/powerpoint. De leerkracht gebruikt het platform conform de leeftijd van de leerlingen. Zo wordt het in de 1e, 2e en 3e graad beperkt tot oplossing bij het afstandsleren. In de 4e graad wordt er actief op gewerkt om het leerproces te ondersteunen.
De stad Sint-Truiden heeft zich geëngageerd om ons wifinetwerk te verbeteren, zo kunnen we overal de toegang tot internet voor lesgebonden activiteiten garanderen.
F Academie als partner
De academie probeert de leerlingen zo veel mogelijk te betrekken in samen/wisselwerking met culturele instanties. Voorbeelden hiervan zijn: stadsdiensten, jeugddienst, lokale kunstkring, toeristische dienst, huis van de wereld, Masala, Uitpas…
De academie engageert zich als partner bij creatieve projecten van scholen (vb. Kunstkuur, workshops, proeflessen,…) indien er aansluiting kan worden gevonden.